Op 6 januari vieren christenen Driekoningen. Het feest wordt ook wel Epifanie of de openbaring van de Heer genoemd. De feestdag wordt overal in de wereld anders gevierd. Voor de orthodoxe kerk in Griekenland en Rusland is Driekoningen het eigenlijke kerstfeest en daarom een kerkelijke feestdag. In de westerse landen heeft Kerstmis Driekoningen verdrongen als dominante feestdag.
Het draait bij Driekoningen om de komst van de drie koningen. Volgens de bijbel kwamen drie wijzen uit het oosten met geschenken aan bij de stal in Bethlehem om de nieuwgeboren koning van de joden te eren. Een heldere ster wees hun de weg. Ze brachten het kind mirre, als symbool voor de zalving en het lijden van Christus, goud, als symbool voor de wijsheid van het kind, en wierook, als symbool voor het gebed en offer van de nieuwe koning. Met de viering van de komst van de drie koningen wordt de kerstkring, de periode tussen kerstavond en Driekoningen, afgesloten. Het brengt ongeluk om na Driekoningen nog kerstversiering in huis te hebben, is het bijgeloof.
Hoewel de bijbel de koningen niet bij naam noemt, zijn de drie wijzen bekend geworden als Caspar, Melchior en Balthasar. Het gaat om een zwarte Morenkoning en twee blanke mannen. Het verdere lot van deze drie mannen berust op legenden. Zij zouden door apostel Thomas tot bisschop zijn gewijd. De mannen zouden nagenoeg op dezelfde dag zijn gestorven. In de Dom in Keulen staat de reliekschrijn van de drie koningen.
Het driekoningenfeest wordt door zowel protestanten als katholieken gevierd. Waar het precies vandaan komt, is onbekend, maar veel gebruiken gaan terug naar de Germaanse tijd. Tijdens midwinter hielden de Germanen nieuwjaarsfeesten, offerden ze voor vruchtbaarheid en ontbrandden ze vuren om boze geesten te verjagen. Het eten van koningskoek of bonenbrood, waar een of twee witte en een zwarte boon in zijn meegebakken, is een restant van de offermaaltijden. Het vinden van de boon betekende het einde van de vastenperiode voor de Germanen. Nu mag de vinder een dag de koning zijn over de anderen.
Ook bij Benthe en Brecht op school werd gisteren het feest van Drie Koningen gevierd. De drie kinderen die een boon in hun stuk koek vonden, mochten één van de Koningen spelen. Brecht was een "gelukkige" en vond een witte boon in haar koek. Mooi aangekleed met een mantel en een kroon mocht zij samen met Tycho en Esmee langs de klassen om een liedje te zingen.
Drie koooningen, drie koooningen,
geef mij nen nieuwen (h)oed.
Mijnen ouwen is verslee-eeten,
mijn moeder mag 't nie wee-eeten.
Mijn vader heeft het geld,
op de toonbank neergeteld.
